Psalms 136


Alle volken die Jeruzalem haten,
zullen te kijk worden gezet en wegvluchten.

1 Zij lijken op gras dat op de daken groeit
en al is verdord voor het wordt uitgetrokken.
2Het kan zelfs niet meer als hooi dienen.

3 Voor zulke mensen geldt niet de zegenwens:
‘Ik bid dat de Here u zegent.’
Ook niet:
‘Wij zegenen u in de naam van de Here.’

4

Een bedevaartslied.

5 Ik zit zo diep in de put, Here,
en ik roep naar U.

6 Luister naar mij, Here.
Laten uw oren naar mij luisteren.

7 Here, als U al onze zonden blijft onthouden,
kunnen wij immers niet blijven leven?

8 Maar ik weet dat U vergeeft,
zodat iedereen ontzag voor U zal hebben.

9 Ik verwacht alles van de Here.
Ik ken zijn woord en heb er alle vertrouwen in.

10 Ik zie uit naar de Here.
Ik zie naar Hem uit met nog meer verlangen
dan de nachtwachter uitkijkt naar de nieuwe morgen.

11 Laten de Israëlieten al hun vertrouwen op de Here stellen,
want de Here is rijk aan goedheid en liefde.
Hij zorgt voor de bevrijding.

12 Hij zal het volk Israël bevrijden
van al zijn zonden.

13

Een bedevaartslied van David.

14 Here, ik stel mijzelf niet boven anderen
en kijk niet trots om mij heen.
Ik bemoei mij niet met zaken die te hoog gegrepen zijn
of die ik niet kan begrijpen.

15 Innerlijk ben ik tot rust gekomen
en ik houd van de stilte.
Zo rustig als een kind zit op zijn moeders schoot,
zo rustig voel ik mij vanbinnen.

16 Laat het volk Israël al zijn vertrouwen op de Here stellen,
nu en voor altijd.

17

Een bedevaartslied.

18 Here, denk toch aan alle moeite
die David heeft doorstaan.

19 Hoe hij heeft gezworen aan de Here
en een belofte heeft gedaan aan de machtige God van Jakob.

20 Hij zei: ‘Ik meen het,
ik zal mijn huis niet meer binnengaan
en niet meer naar bed gaan,
21en ik zal de slaap niet vatten

22 eer ik voor de Here een plaats heb gevonden,
waar Hij kan wonen.
Een woonplaats voor de machtige God van Jakob.’

23 Weet u,
wij hoorden in Efrata al
over zijn woning spreken
en vonden haar in de velden van Jaär.

24 Laten wij zijn huis binnengaan
en ons diep voor Hem buigen.

25 Here, sta op en ga naar uw rustplaats,
U en de ark die spreekt van uw kracht.

26 Laten uw priesters zich kleden in rechtvaardigheid
en uw volgelingen jubelen over uw grootheid.
Copyright information for NldHTB